De lijkwade van Turijn



De lijkwade van Christus?

Home
1 Inleiding Inleiding over de lijkwade van Turijn
2 Bijbel Bijbelse geschiedenis van de lijkwade van Christus
3 Mandylion De geschiedenis van het kleed van Edessa
4 Lijkwade De geschiedenis van de lijkwade van Turijn
5 Onderzoek Onderzoek van de lijkwade van Turijn
6 Conclusie Conclusies over de lijkwade
7 Chronologie Chronologie van de lijkwade

_________________________________________________________________
^ Top

Onderzoek van de lijkwade van Turijn


Negatief (gespiegeld) en positief
Spijker door de pols i.p.v. door de handpalm

De gekruisigde is niet door zijn handpalmen gespijkerd, maar door zijn polsen. Alleen zo scheuren de handen niet uit. Bij het doorboren van de pols wordt een zenuw geraakt, waardoor de duim omklapt. Deze anatomische kennis is door de lijkwade herontdekt.

Voor alle duidelijkheid: het Hebreeuwse woord jad betekent niet alleen hand, maar ook pols en zelfs een deel van de arm:
of iemand die een breuk aan been of arm heeft (Leviticus 21:19)
onder de oksels van uw armen (Jeremia 38:12)
deed armbanden aan uw polsen (Ezechi l 16:11)




Negatief gezicht Negatief (gespiegeld) en positief, foto 1898 The Shroud of Christ, Paul Vignon
herdruk van versie 1902

Amateurfotograaf Secondo Pia fotografeerde de lijkwade tijdens een tentoonstelling te Turijn in 1898. Hij ontdekte dat de lijkwade een soort fotonegatief is, met veel meer detailinformatie dan verwacht. De foto s waren in 1900 voor professor Yves Delage, hoogleraar Anatomie aan de Franse Universiteit Sorbonne te Parijs, aanleiding om wetenschappelijk onderzoek naar de afbeelding op de lijkwade te gaan verrichten, samen met kunstenaar en hoogleraar biologie Paul Vignon en enkele andere wetenschappers. Op 21 april 1902 presenteerde Delage aan een groot gehoor van de Franse Acad mie des Sciences zijn belangrijkste conclusies over de lijkwade:

Agnost Yves Delage had er geen problemen mee om Jezus Christus als historisch persoon te beschouwen. Maar onder zijn gehoor bevonden zich militante atheïsten, die daar wel problemen mee hadden. Antireligieuze gevoelens gingen opspelen bij de discussie. Hierop werd Delage vijandig behandeld door de permanente secretaris van de Acad mie, Pierre Berthelot. De secretaris zorgde er voor dat in het dagboek van de Acad mie dat deel van de lezing van Delage werd verwijderd, waarin de argumenten voor de echtheid van de lijkwade werden gepresenteerd. Delage kreeg ook van anderen kritiek. In reactie op die critici schreef Delage een open brief aan Revue Scientifique met de verwijderde delen van zijn lezing. In zijn brief wees hij er tevens op dat de echte redenen van de kritiek niets met wetenschap te maken hadden: als het om Sargon, Achilles of een Farao zou hebben gegaan, zou niemand zo moeilijk hebben gedaan.
Delage ging niet verder met zijn onderzoek aan de lijkwade, maar Vignon ging gewoon door. In 1902 schreef hij zijn boek The Shroud of Christ, het eerste wetenschappelijk boek over deze doek. Een eeuw later is zijn boek herdrukt.




Negatief (gespiegeld), foto 1931

Meer gedetailleerde zwartwit foto s van de lijkwade werden in 1931 door beroepsfotograaf Giuseppe Enrie gemaakt. (Scans van) deze foto s worden nog steeds gebruikt voor onderzoek.



In 1973 werden er door botanicus en criminoloog Max Frei uit Zurich met behulp van plakband monsters genomen van het oppervlak van de lijkwade ter onderzoek. De monsters bevatten volgens zijn team stuifmeelkorrels, die afkomstig zijn uit Israël, Klein Azi , Constantinopel, Frankrijk en Itali , een sterke aanwijzing dat deze doek zich in al deze streken heeft bevonden. Helaas is dit onderzoek omstreden. Aanvankelijk was Dr. Avinoam Danin een van de mede-onderzoekers van Max Frei. Maar later nam hij afstand van de conclusies.



3D weergave van het hoofd

In 1976 werden driedimensionale eigenschappen van de lijkwade aangetoond door John Jackson e.a. Zij gebruikten hiervoor een VP8 NASA 3D computer, die werd gebruikt voor het analyseren van ruimtefoto s.
Inmiddels zijn betere driedimensionale beelden te zien op Shroud of Turin in 3D (als film) en op www.sindonology.org met een rood-groen bril (linkeroog rood, rechteroog groen).




De lijkwade van Turijn
Ian Wilson - 1979

Historicus Ian Wilson is veelzijdig bezig geweest in dit boek. Hij heeft verslagen gegeven van diverse onderzoeken en van mislukte pogingen om de lijkwade na te maken. Maar het opvallendst in dit boek is zijn duidelijke uiteenzetting dat het kleed van Edessa (het Mandylion) dezelfde doek is als de lijkwade van Turijn. Hier volgen belangrijke argumenten voor de vereenzelviging van beide doeken:



Shroud of Turin Research Project

Het STURP onderzoeksteam werd in 1978 gevormd. Het primaire doel was om wetenschappelijk de eigenschappen van het beeld op de Lijkwade van Turijn te bepalen en tevens hoe beeld tot stand zou zijn gekomen. In oktober van dat jaar besteedde het STURP-team 120 uren onafgebroken onderzoek aan de lijkwade. Op een persconferentie in 1981 kwamen ze met de volgende conclusies:
Er is een lijst van wetenschappelijke artikelen van STURP leden.



Bloedvlekken


Over het bloed op de lijkwade zijn tijdens, maar ook na het STURP-onderzoek interessante wetenschappelijke artikelen verschenen:

Heller, J.H. and A.D. Adler, "Blood on the Shroud of Turin," Applied Optics, Vol. 19, No. 16, 1980, pp. 2742-2744.
Door spectroscopische en chemische testen hebben zij de aanwezigheid van bloed ge dentificeerd in de vermeende bloedvlekken van de Lijkwade van Turijn.

Alan D. Adler: The origin and nature of blood on the Turin Shroud , in: Turin Shroud Image of Christ? Proceedings of the Symposium of Hong Kong, 3-9 March 1986, Cosmos Printing Press Ltd., Hong Kong, March 1987, pp. 57-59.
De kleur van het bloed is niet zeer donkerrood, terwijl dat bij bloedvlekken doorgaans wel het geval is. Prof. Adler schrijft de lichtrode kleur op de lijkwade toe aan de aan de buitengewoon hoge hoeveelheid bilirubine in dit bloed.

Sarfeh, I. James, and John A. Balint. "The clinical significance of hyperbilirubinemia following trauma." Journal of Trauma and Acute Care Surgery 18.1 (1978): 58-62. Volgens I.J. Sarfeh en J.A. Balint wordt bij een mens, die extreme trauma s ondervindt, veel bilirubine in het bloed gevormd. Dit artikel is overigens niet met het oog op de lijkwade verschenen.

Onder de bloedvlekken bevindt zich geen afbeelding van de gekruisigde. Dat geeft aan dat de afbeelding tot stand is gekomen nadat de bloedvlekken zich op de lijkwade hadden gevormd. Zie:
Schwalbe, L. A., & Rogers, R. N. (1982). Physics and chemistry of the shroud of turin: A summary of the 1978 investigation1. Analytica Chimica Acta, 135(1), 3-49.
en
Rogers, Raymond N. "Frequently asked questions (FAQs)." Retrieved July 10 (2004): 2006 blz 16: No image formed under the blood stain




De koolstof 14-datering. De blauwe reep geeft
de strook aan waarop de C14-datering heeft plaats gevonden.

In 1988 is een strookje van de lijkwade geknipt van ongeveer 1 cm x 7 cm. Drie delen zijn naar 3 verschillende laboratoria gestuurd om met de koolstof 14-methode de ouderdom te dateren. Gemiddeld dateerden zij de wade tussen 1260 en 1390. Een datering van 1325 is zo n 13 eeuwen jonger dan de kruisigingsdatum van Christus. Daarmee lijkt de lijkwade een knappe vervalsing uit de 14e eeuw. Maar dat is alleen op het eerste gezicht.
De laboratoria hebben namelijk niet de leeftijd van de doek gemeten, maar alleen de relatieve hoeveelheid C14 (t.o.v. de hoeveelheid C12) en dat vergeleken met de relatieve hoeveelheid C14 die jonge organismen (of de lucht) nu hebben. Bij een halveringstijd van 5736 jaar kwamen de wetenschappers dan uit op een fabricagejaar van 1325 65 AD. Bij zo n test moeten echter wel een aantal zaken in ogenschouw worden gehouden. In dit geval is de belangrijkste kwestie of er sprake is van vervuiling (contaminatie) van de doek. Vervuiling kan op diverse manieren zijn gekomen:

Inmiddels is inderdaad bewezen dat de strook deel uitmaakte van een gebied dat deel uitmaakte van een reparatie:
Joseph G. Marino en M. Sue Benford beschreven in 2000 aanwijzingen dat de monsters van de C14-datering (gedeeltelijk) stof van de 16e eeuw bevatten, omdat deze zich bevonden pal naast een naderhand geplaatste lap stof en visueel afweken van ongeschonden delen van de lijkwade:
Marino, Joseph G., and M. Sue Benford. "Evidence for the Skewing of the C-14 Dating of the Shroud of Turin Due to Repairs." Worldwide Congress" Sindone. 2000.
Raymond N. Rogers had nog de beschikking over lapjes stof, die deel uitmaakten van de in 1988 verwijderde strook. Daarmee bewees hij in zijn laatste publicatie dat de C14-datering, die is uitgevoerd op de lijkwade van Turijn, niet betrouwbaar is, omdat daarvoor stukjes van de lijkwade zijn gebruikt, die niet louter tot de oorspronkelijke lijkwade behoorde. De monsters bevatten naast linnen vezels ook katoenen vezels en een coating om het overgangsgebied minder zichtbaar te maken:
Rogers, Raymond N. "Studies on the radiocarbon sample from the Shroud of Turin." Thermochimica Acta 425.1-2 (2005): 189-194.
In 2015 liet Pam Moon aan de hand van veel foto s zien, dat er sprake is van kleurstoffen op de strook: The presence of dye in the 1988 radiocarbon date samples of the Shroud of Turin .
Mieczyslaw Piotrowski TChr spreekt van een Beschamende fout in de datering van de Lijkwade van Turijn met de C14-methode.

Overigens zij opgemerkt dat anti-the sten, die graag uitgaan van deze datering van de lijkwade, koolstof 14-datering afwijzen, als die botten van dinosauri rs op 25.000 jaren dateert.




Oordeel forensisch patholoog

Een forensisch patholoog is iemand die zich richt op het onderzoek naar doodsoorzaken en al wat meer van belang kan zijn, zoals bijvoorbeeld de identiteit van een overledene. Forensisch patholoog Robert Bucklin heeft dit onderzoek verricht naar de afgebeelde man op de lijkwade. Hij kwam in 1997 tot de volgende conclusies:




Past de lijkwade bij de Bijbelse verslagen?

We hebben al gezien dat de in de Bijbel genoemde martelingen van Jezus zijn terug te vinden in de afbeelding op de lijkwade: de slagen op het hoofd (Matte s 26:67-68, Lukas 22:63-64), de geselingen (Matte s 27:26, Johannes 19:1), de doornenkroon (Markus 15:17-20, Johannes 19:2), het kruisdragen (Johannes 19:17), de spijkers door handen en voeten (= de kruisiging, Psalm 22:16, Markus 15:24, Johannes 20:25) en de speerstoot in de zij (Johannes 19:32-34).
De lijkwade zelf is ook terug te vinden in de synoptische evangeli n (Matte s 27:59, Markus 14:51, 15:46, Lukas 23:53) in het Griekse woord sindon (σινδων), dat kan worden vertaald met linnen doek, linnen kleed of stuk linnen:
En na een stuk linnen gekocht te hebben nam hij Hem af, wikkelde Hem in het stuk linnen en legde Hem in een graf dat uit een rots was gehouwen, en hij wentelde een steen voor de ingang van het graf. (Markus 15:46, Telos - de Telos vertaling is een vrij letterlijke vertaling)
En een jongeman volgde Hem, die een linnen kleed om het ongeklede lichaam geslagen had, en zij grepen hem; (Markus 14:51, Telos).

Deze evangeli n passen dus perfect bij de lijkwade als doek, waarin Jezus werd gehuld, voordat Hij in het graf werd gelegd. Het evangelie naar Johannes meldt echter doeken (Grieks: othonion οθονιον = (linnen) doek):
Zij namen dan het lichaam van Jezus en bonden het in linnen doeken, met de specerijen, zoals de Joden de gewoonte van begraven hebben. (Johannes 19:40, Telos).
Een van de doeken moet dus het stuk linnen zijn geweest, waarin Jezus werd gehuld. Een andere doek kan een kinband zijn geweest (beschreven door Roger W. Basset) of een doek om de lijkwade rond de voeten vast te zetten. In elk geval zijn die doeken geen windsels, die allemaal om een lijkwade worden gewikkeld. Johannes noemt (alleen bij Lazarus) wel grafdoeken (Grieks: keiria κεισια), waarin Lazarus was gewikkeld in het graf:
De gestorvene kwam naar buiten, zijn voeten en zijn handen gebonden met grafdoeken, en zijn gezicht was met een zweetdoek omwonden. Jezus zei tot hen: Maakt hem los en laat hem heengaan. (Johannes 11:44, Telos). Dit toont aan dat zelfs Lazarus, voor wiens begrafenis voldoende tijd was, niet eerst was gewikkeld een groot laken (sindon) en daarna in heel veel windsels. Bij Jezus is dat zeker niet gebeurd, want Hij had een provisorische begrafenis gekregen. Na de sabbat zouden ze immers Hem gaan zalven met specerijen (Markus 16:1).
Johannes maakt ook melding van een zweetdoek (Grieks: soudarion σουδαριον = zweetdoek, zakdoek) in het graf:
Simon Petrus nu kwam ook achter hem aan en hij ging het graf binnen en zag de doeken liggen en de zweetdoek die op zijn hoofd was geweest, niet bij de doeken liggen, maar op een plaats afzonderlijk samengerold. (Johannes 20:6-7, Telos).
De zweetdoek lag apart, opgerold. Dat suggereert dat deze zweetdoek niet om het hoofd van Jezus was gewikkeld, toen Hij in het graf lag, maar dat deze eerder (tijdelijk) om zijn hoofd was gewikkeld.
De lijkwade is dus niet in strijd met het Johannes evangelie en past bij de Bijbelse verslagen.




Restauratie en conversering van de lijkwade.

In 2002 is de lijkwade gerestaureerd en geconserveerd onder leiding van de Zwitserse textielrestaurateur en textielhistorica Mechthild Flury-Lemberg (zie hier: de nieuwe foto s). Zij heeft ontdekt dat het weefpatroon van het doek een drie-in-een-visgraat is, precies zoals van dure gewaden die in de eerste eeuw in Israël voorkwamen. Volgens haar komt het weefpatroon verrassend overeen met materiaal uit Massada, een Joods fort dat in 73 AD is verwoest: Wrapped in the shroud,BBC, 14 april 2004.
Volgens Mechthild Flury-Lemberg spreekt niets tegen de echtheid van de lijkwade: Es spricht nichts gegen die Echtheit, Badische Zeitung, 3 mei 2010.
Door de restauratie zijn er wel zorgen gerezen dat nieuw onderzoek aan de lijkwade veel minder mogelijk zal zijn, zoals een nieuwe koolstof 14-datering.




De oppervlakkigheid van de afbeelding

Op de lijkwade bevindt zich de afbeelding van de gekruisigde man, plus allerlei bloedvlekken, watervlekken en brandvlekken. Het blijkt nu dat de afbeelding zelf, de verkleuring van het linnen, maar heel miniem in het linnen is doorgedrongen. De dikte van het verkleurde linnen is ongeveer 200 nm, dat is 0,2 m. De verkleuring is niet veroorzaakt door verf of andere kleurstoffen.
Bron: Fanti, Giulio, et al. "Microscopic and macroscopic characteristics of the Shroud of Turin image superficiality." Journal of Imaging Science and Technology 54.4 (2010): 40201-1. (Kopie), (PDF)




Ontstaanshypothesen

Hieronder zullen een paar ontstaanshypothesen worden behandeld.

Een Maillardreactie
Dat is een chemische reactie tussen bepaalde reducerende suikers en aminozuren. Dit heeft een bruin-gelend effect, wat vaak voorkomt in de levensmiddelen industrie. Rogers en Arnoldi opperden in 2003 dit als mogelijke verklaring voor de afbeelding. Stijfsel bij de fabricage van de doek zou dan de suikers bevatten en de aminozuren zouden afkomstig zijn van lichaamsgassen.
Bron: Rogers, Raymond N., and Anna Arnoldi. "The Shroud of Turin: an amino-carbonyl reaction (Maillard reaction) may explain the image formation." Melanoids in Foods and Health 4 (2003): 106-113.
Probleem bij deze theorie is dat volgens Fanti, Giulio, e.a. (2010) er zich geen restanten van stijfsel bevinden op de afbeelding. De afbeelding bestaat niet uit gebruinde suikers, maar uit verkleurd linnen. Een Maillardreactie verklaart ook niet de scherpe afbeelding.

Een puls van ultraviolet licht
Paolo Di Lazzaro e.a. hebben op linnen een oppervlakkige verkleuring als op de lijkwade verkregen door het bloot te stellen aan korte laserpulsen van ultraviolet licht. Bestraling met pulsen van 308 nm resulteert genereren een bruine verkleuring. Maar bestraling met pulsen van 193 nm resulteert in een geelachtige verkleuring, vergelijkbaar met de kleur van de afbeelding op de lijkwade.
Een natuurlijke verklaring voor dit soort lichtflitsen is onbekend. Sommige christenen wijzen erop dat die flitsen bijverschijnselen van de opstanding van Christus zijn geweest.
Bron: Di Lazzaro, Paolo, et al. "Superficial and Shroud-like coloration of linen by short laser pulses in the vacuum ultraviolet." Applied optics 51.36 (2012): 8567-8578. (PDF)

Een vervalsing
Een eventuele middeleeuwse vervalser moet een geniaal kunstenaar zijn geweest, want:

Leonardo da Vinci (1452-1519) kan in elk geval niet een vervalser geweest zijn, want de koolstof 14-datering en de tentoonstellingen in het Franse Lirey hebben aangetoond dat de lijkwade minstens 7 eeuwen oud is, en dus ouder dan Da Vinci. Minstens 7 eeuwen oud, want door contaminatie kan de lijkwade wel ouder zijn dan de bepaalde waarde (1325), maar niet jonger.
Een aantal malen is geprobeerd om uit te zoeken hoe een eventuele middeleeuwse vervalser een nep-lijkwade zou hebben kunnen maken. Luigi Garlaschelli claimde in 2009 te hebben uitgevonden hoe een middeleeuwse vervalser de lijkwade van Turijn gemaakt zou kunnen hebben. Hij had echter het bloed aangebracht na het maken van de afbeelding, waardoor er afbeelding onder het bloed kan zitten, terwijl er onder het bloed van de lijkwade van Turijn geen afbeelding is. De claim van Luigi Garlaschelli is om meerdere redenen weerlegt door Thibault Heimburger en in 2011 door Giulio Fant en Thibault Heimburg.



Klik op Conclusie om verder te gaan met conclusies over de lijkwade van Turijn.

^ Top

Terug naar Homepagina