Zeg dan tot hen: Zo zegt de Here HERE: zie, Ik neem het stuk hout van Jozef (dat
aan Efraïm toebehoort) en van de stammen Israëls die daarbij behoren en Ik voeg
het bij het stuk van Juda en maak ze tot een stuk hout, zodat zij een zijn in
mijn hand.
Terwijl de stukken hout die gij beschreven hebt, voor hun ogen in uw hand zijn,
zeg dan tot hen: Zo zegt de Here HERE: zie, Ik haal de Israëlieten weg uit de
volken naar wier gebied zij gegaan zijn; Ik zal hen van alle kanten
bijeenverzamelen en hen naar hun land brengen.
En Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen Israëls, en één
koning zal over hen allen koning zijn; niet langer zullen zij twee volken zijn
en niet langer verdeeld in twee koninkrijken.