In het boek Job van de Bijbel staat een dinosaurus beschreven:
40:10 Zie toch de behemoth, die Ik heb gemaakt, evenals u. Het eet gras zoals het rund.
40:11 Zie toch de kracht in zijn lendenen, de sterkte in zijn buikspieren!
40:12 Hij spant zijn staart als een ceder, de spieren zijner dijen zijn samengestrengeld.
40:13 Zijn beenderen zijn buizen van koper, zijn knoken gelijk staven van ijzer.
40:14 Hij is de eerste van Gods werken, het schepsel, waaraan Hij zijn zwaard gaf;
40:15 Ja, de bergen leveren hem hun opbrengst, waar alle dieren des velds spelen.
40:16 Onder de lotus legt hij zich neder, in de schuilplaats van riet en moeras.
40:17 Lotusplanten beschutten hem met haar schaduw, de wilgen der beek omgeven hem.
40:18 Zie, al is de stroom nog zo sterk, hij deinst niet terug; hij voelt zich gerust, al bruist een Jordaan tegen zijn muil.
40:19 Durft men hem van voren vastgrijpen, een strik door zijn neus halen?
In de NBG-vertaling is het Hebreeuwse woord behemoth ten
onrechte vertaald met nijlpaard. De Staten Vertaling
heeft dit woord onvertaald gelaten, omdat we deze diersoort nu niet meer
kennen. Maar de NBG-vertaler heeft zelf openlijk voor de TV erkend dat nijlpaard
geen goede vertaling is, maar slechts is gekozen omdat die naam het minst
slecht past bij de beschrijving.
Een dier dat echter goed past bij de beschrijving van de behemoth is de
brontosaurus. Dit dier spant zijn staart namelijk wel als een ceder in
tegenstelling tot een nijlpaard (Job 40 vers 12).
Terug naar hoofdpagina