Terug naar Homepagina

De tweeling

als type van de tweevoudige komst van Christus

1e Om te sterven voor onze zonden
2e Als Heer over de wereld

Typologie
In de Bijbel komt veel typologie voor. De Bijbel geeft dit soms letterlijk aan, zoals wanneer naar Christus wordt verwezen als het Pascha (1 Korinte 5:7, Exodus 12:21). Soms geeft de Bijbel een typologie niet letterlijk aan, maar is die toch duidelijk aanwezig. Bijvoorbeeld Abraham, die zijn zoon Izaäk gaat offeren op de berg Moria, is een beeld van God de Vader, die zijn Zoon laat kruisigen op Golgotha als zoenoffer voor onze zonden. Zo is er nog veel meer bekende typologie van Christus.
Een minder bekende typologie is die van de Bijbelse tweelingen. Zij zijn typen van de tweevoudige komst van Christus. Bij zijn 1e komst is Christus gekomen in vernedering om te sterven voor onze zonden, bij zijn terugkomst op aarde zal Christus zich glorieus openbaren als Heer. Dit vinden we terug bij de Bijbelse tweelingen, waarvan de oudste steeds een beeld is van Christus bij zijn 1e komst en de jongste van Christus bij zijn 2e komst.


Esau en Jakob
De zonen van Izaäk en Rebekka vormen de bekendste tweeling. Reeds voor hun geboorte werd tegen hun moeder gezegd: Twee volken zijn in uw schoot, en twee natiën zullen zich scheiden uit uw lichaam; de ene natie zal sterker zijn dan de andere, en de oudste zal de jongste dienstbaar wezen (Genesis 25:23). Esau zou Jakob gaan dienen. In die zin is Esau een type van Jezus als de Knecht des HEREN, die de 1e keer kwam om te dienen (עבד obed = dienen = dienaar = knecht), terwijl Jakob een type is van Jezus als Heer bij zijn 2e komst.
Esau werd roodharig geboren (עשו esau = behaard, אדם edom = rood). Rood is een beeld van de zonde: al waren uw zonden … rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jesaja 1:18). Dit verwijst naar Christus, die gestraft is om onze zonden (Jesaja 53:5-6).
Iets van Jezus’ kruislijden komt ook in beeld bij hun geboorte. Esau werd bij zijn geboorte door zijn broer bij zijn hiel (עקב akob) gepakt: En daarna kwam zijn broer te voorschijn, wiens hand Esaus hiel vasthield; daarom noemde men hem Jakob (Genesis 25:26). Dat is een heenwijzing dat Jezus bij zijn 1e komst aan zijn hiel gewond zou raken (Genesis 3:15), wat geschiedde tijdens de kruisiging (Psalm 22:16). En zo is Jakob aan zijn naam gekomen, want יעקב jakob betekent hand-hiel. En niet bedrieger, zoals velen abusievelijk denken.

Wanneer de broers volwassen zijn, vindt er een gebeurtenis tussen hen plaats, waaruit opnieuw de typologie blijkt. Jakob had rode linzensoep gekookt en Esau kwam vermoeid van de jacht thuis en vroeg om dat rode, dat rode daar, want ik ben moe. Daarom gaf men hem de naam Edom. We hebben al gezien dat Edom rood betekent en dat rood een beeld is van de zonde. We zien dus nogmaals dat Esau verwijst naar Christus, die voor ons tot zonde is gemaakt (2 Korinte 5:21). In het vervolg zien we een verwijzing van Jezus’ dood. Jakob wilde van Esau het eerstgeboorterecht in ruil voor de rode soep. En Esau reageerde: Zie, ik ga toch sterven; waartoe dient mij dan het eerstgeboorterecht?
Esau deed met een eed afstand van zijn eerstgeboorterecht. Ook Jezus verloor door zijn sterven zijn eerstgeboorterecht (Markus 12:6-9). Esaus eerstgeboorterecht kwam terecht bij Jakob, die daarmee een beeld is Christus, die bij zijn wederkomst het eerstgeboorterecht heeft (Kolosse 1:15,18). Dat Jakob het eerstgeboorterecht verkreeg, zien we ook in het feit dat Jakob een van de voorvaders van de Heer Jezus is (Matteüs 1:2). En dit had God al verkiezend bepaald vóór de geboorte van deze tweeling (Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat - Romeinen 9:11-13).


Zerach en Peres
Deze tweelingbroers zijn minder bekend. Zij zijn de jongste zonen van Juda: Toen het nu de tijd was, dat zij baren zou, was er een tweeling in haar schoot. En toen zij baarde, stak er een zijn hand uit, en de vroedvrouw nam die, bond om zijn hand een scharlaken draad en zei: Deze is het eerst gekomen. En toen hij zijn hand weer introk, daar kwam zijn broer, en zij zei: Hoe krachtig zijt gij doorgebroken, en zij gaf hem de naam Peres. En daarna kwam zijn broer aan wiens hand de scharlaken draad was, en men noemde hem Zerach (Genesis 38:27-30).
Wij zouden eerder Peres de oudste noemen, omdat hij het eerst volledig geboren werd. Maar de Bijbel noemt Zerach de oudste, omdat zijn hand het eerste tevoorschijn kwam. זרח Zerach betekent morgenrood. Om Zerachs hand werd een scharlaken draad gebonden. Scharlaken is net als rood een beeld van de zonde (Jesaja 1:18). Dus ook hier verwijst de oudste van de tweeling naar Christus, die stierf voor onze zonden (1 Korinte 15:3).
Ook bij deze tweeling is de jongste de voorvader van de Heer Jezus (Matteüs 1:3). Zijn Nakomeling zal straks Koning zijn in het Messiaanse vrederijk. Zijn naam Peres verwijst eveneens naar Christus bij zijn wederkomst, want פרץ peretz = breuk, breker, breken en met die titel staat Hij opgetekend: Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen. De doorbreker trekt voor hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt voor hen uit, en de HERE aan hun spits (Micha 2:12-13).


Thomas
Voor de overige tweelingen moeten we kijken naar het Nieuwe Testament. Eén van de 12 apostelen is Thomas en deze Aramese naam betekent tweeling. Zijn naam wordt enkele keren vertaald, maar in sommige vertalingen staat dan zijn Griekse naam Didymus, zodat de Nederlandse lezer nog niet weet dat zijn naam Tweeling betekent. Van een eventuele tweelingbroer weten we niets. Wat wel opvallend is, wat er opgetekend staat nadat zijn naam voor de 1e of de 2e keer wordt vertaald. De 1e keer is dat vlak voordat Thomas zei dat Jezus zal sterven: Thomas dan, genaamd Tweeling, zei tot zijn medediscipelen: Laten wij ook gaan om met Hem te sterven (Johannes 11:16). Een heenwijzing naar Jezus’ sterven bij zijn 1e komst op aarde.
De 2e vertaling van Thomas’ naam staat opgetekend voor zijn geloofsbelijdenis tot Jezus: mijn Heer en mijn God (Johannes 20:24-28). Bij zijn wederkomst zal Jezus Heer zijn.


Dioskuren
De 4e tweeling in de Bijbel komen we tegen als het teken van het schip, waarmee Paulus van Malta naar Rome voer: Na drie maanden nu zeilden wij uit met een schip uit Alexandrië, dat op het eiland overwinterd had, en de Dioskuren als kenteken voerde (Handelingen 28:11). De Dioskuren zijn de tweelingbroers Castor en Pollux. Castor en Pollux zijn ook de namen van de helderste sterren van het sterrenbeeld Tweeling. In de Griekse mythologie stierf Castor, maar Pollux was onsterfelijk. Zelfs hier is nog een rest terug te vinden van typologie aangaande Christus, die heeft gezegd: Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden (Openbaring 1:18).


Conclusie
Concluderend is duidelijk dat de tweevoudige komst van Christus al in de typologie van Bijbelse tweelingen te vinden is. Zijn 1e komst op aarde heeft 2000 jaar geleden plaats gevonden. Zijn 2e komst zal dus net zo zeker gebeuren. Waak dan, want u weet niet, op welke dag uw Heer komt (Matteüs 24:42).


Terug naar Homepagina