Evolutie | Freeware |
Terwijl ik mij, zoals menigeen, pijnigde over de vraag of ik mijn organen ter beschikking wil stellen voor transplantatie, las ik een voorpublicatie van een nieuw boek,dat zojuist in de Verenigde Staten is verschenen. Het boek voegt een volledig nieuw element toe aan de discussie die vooralsnog gaat over de vraag wanneer iemand (hersen)dood is en wat de belangen zijn van de nabestaanden.
De Amerikaanse psychoneuro-immunoloog Paul Pearsall onderzocht de levens
van meer dan zeventig mensen bij wie een donorhart werd ingeplant. Hij
beschrijft onder meer het volgende voorval.
Glenda verloor haar
echtgenoot David in een auto-ongeluk. Zij stelt de organen van David ter
beschikking voor transplantatie. Enkele jaren later ontmoet zij - in het
kader van het onderzoek van Pearsall - de Spaanssprekende jongeman die
het hart van haar overleden echtgenoot heeft ontvangen. Geëmotioneerd
door de ontmoeting vraagt Glenda of zij haar hand op de borst van de man
mag leggen. 'Ik hou van je, David, alles is copacetic", zegt zij.
De ook aanwezige moeder van de Spaanssprekende jongeman kijkt verschrikt
op. Zij zegt: 'Dat woord gebruikt mijn zoon ook tegenwoordig . Hij zei
het nooit voor zijn harttransplantatie. Ik ken het woord niet, het
bestaat niet in het Spaans. Maar het was wel het eerste wat hij zei na
de operatie'. Er blijkt meer veranderd in de jongeman. Hij was een
bewust vegetariër en zeer bewust van zijn gezondheid, tegenwoordig
verlangt hij naar vlees en vet voedsel. Hij hield van heavy metal muziek
maar draait tegenwoordig alleen nog rock and roll uit de jaren vijftig.
Glenda vertelt dat zij en haar man altijd het zelfgemaakte woord
copacetic gebruikten om te zeggen dat alles oke was, dat haar man een
vleesliefhebber was en dat hij in een rock and rollband speelde.
Heeft het hart een herinnering? Gaat met het hart ook een deel van de
persoonlijkheid van de donor over naar de ontvanger van het orgaan? Ja,
betoogt Paul Pearsall in zijn boek The Hearts's Code (Broadway Books
1998). Het boek draagt een opwindend nieuw aspect aan in de huidige
discussie over donorcodicillen. Pearsall geeft meer opmerkelijke
voorbeelden van herinneringen van getransplanteerde harten.
ERVARINGEN
Het thema van 'organen met herinnering' komt ook aan bod in het recente
februarienummer van het Franse tijdschrift Psychologies. Het tijdschrift
beschrijft het recente verhaal van een achtjarig Joods jongetje die
omkomt bij een auto-ongeluk. Zijn dood redt een driejarig Arabisch
meisje met een ernstige hartafwijking. Als het meisje Reem ontwaakt uit
de narcose na de operatie vraagt zij aan haar moeder om een Joods
snoepje waarvan zij de naam niet kon kennen.
Jurriaan Kamp is hoofdredacteur van 'Ode', het blad dat de mogelijkheden
van vernieuwing en verandering wil verkennen.
Bron: Haagsche Courant, 9 april 1998 - Jurriaan Kamp
In Engeland is in 1999 een meisje van 15 jaar door het Engelse Hooggerechtshof
gedwongen om tegen haar wil een harttransplantatie te ondergaan. Haar
uitspraken als "ik wil niet dood, maar liever dat dan het hart van iemand anders te hebben" en
"ik ga liever als vijftienjarige met mijn eigen hart dood" werden beoordeeld als inconsequent
en typisch behorend tot de wereld van een doodzieke tiener, die het overzicht heeft verloren.
Voor meer info zie de Telegraaf.
Commentaar: Bovenstaande ervaringen bevestigen de bijbelse blik op het functioneren
van ons hart. Onze gevoelens en persoonlijkheid zetelen wel degelijk ook in ons hart.
Zie ook
Stichting Bezinning Orgaandonatie.
Een nieuw hart: Een gezond hart is fijn, maar nog belangrijker is dat ons hart geestelijk wordt veranderd.
Bekijk daarvoor de Oplossing en
de 4 Geestelijke Wetten .
Een meisje
van acht krijgt het hart van een meisje van tien dat wordt vermoord. Het
meisje komt terecht bij een psychiater omdat zij wordt geplaagd door
nachtmerries over de moordenaar van haar donor. Zij zegt dat zij de man
kent. Na een aantal sessies besluit de psychiater de politie te
waarschuwen en op aanwijzingen van het meisje wordt de moordenaar
opgespoord. De man wordt veroordeeld met het bewijs dat het meisje
levert: tijd, wapen, plaats, de kleren die hij droeg, wat het meisje dat
hij had vermoord tegen hem had gezegd ... alles wat het meisje vertelde,
bleek juist.
Het boek van Pearsall is gebaseerd op 73 gevallen van
harttransplantaties waarbij met de transplantatie ook een deel van de
persoonlijkheid van de donor bleek te zijn overgegaan.
Pearsall suggereert dat de hersenen niet het enige centrum van
menselijke intelligentie zijn, maar dat ook het hart een intelligente
kern is. Hij oppert dat het lichaam bestaat uit cellen die 'informatie'
met zich meedragen. Cellen dragen die informatie elektromagnetisch aan
elkaar over. Zo kan het ook dat een getransplanteerd orgaan 'oude'
informatie blijft 'uitzenden'.
Het blad stelt vast dat de
ervaringen van persoonlijkheidsveranderingen van mensen die een
orgaantransplantatie ondergingen de fundamenten van de medische
wetenschap aantasten. Cellen zijn materie in de geneeskunst en een hart
is een spier, een pomp. Psychologies citeert een arts: 'Het is volstrekt
niet bewezen dat met de transplantatie van een orgaan ook een
herinnering wordt overgeplant. Zo'n bewering is slechts ongegronde
fantasie die enkel als effect heeft dat het aantal donoren zal dalen. En
dat is zeer gevaarlijk.'.
Artsen wijten eventuele veranderingen in de persoonlijkheid aan de zware
medicamenten die patienten moeten slikken om afstoting te voorkomen.
Bovendien geldt voor de meeste hartpatiënten dat zij zich weer sterk en
gezond - en dus anders - voelen na jaren van ziekte.
Maar een bekend ander verschijnsel ondersteunt de theorie dat cellen een
herinnering hebben: mensen bij wie een ledemaat is geamputeerd, behouden
vaak het 'gevoel' van dat lichaamsdeel.
Er is ongetwijfeld meer onderzoek nodig om de processen die tot de
beschreven mysterieuze ervaringen leiden te verklaren. Intussen lijken
wij als potentiële donoren voor nog een nieuwe vraag te staan: mogen wij
een eventuele ontvanger van onze organen opzadelen met elementen van
onze persoonlijkheid?
Terug naar Homepagina