Home | ||||
Hoofdstuk \ | Schema | Schema van het boek Openbaring | ||
1 | Inleiding | Inleiding op het boek Openbaring | ||
2:1-7 | Efeze | Begintijd | ||
2:8-11 | Smyrna | Romeinse vervolgingen | ||
2:12-17 | Pergamus | Begin Rooms Katholieke Kerk | ||
2:18-29 | Thyatira | Bloei Rooms Katholieke Kerk | ||
3:1-6 | Sardis | Reformatie | ||
3:7-13 | Filadelfia | Bijbelgetrouw | ||
3:14-22 | Laodicea | Onverschillig en afvallig |
Hoofdstuk 1 is de inleiding op het boek Openbaring.
Deze Openbaring van Jezus Christus is bestemd voor al zijn dienstknechten (Openbaring 1:1),
en wordt gericht aan de 7 gemeenten (Openbaring 1:4) te Asia (nu West-Turkije).
De 7 gemeenten stellen dus al zijn dienstknechten voor, d.w.z. alle christenen.
De 7 geesten (vers 4) zijn voor Gods troon (als fakkels,
Openbaring 4:5), maar zijn ook uitgezonden over de hele aarde (Openbaring 5:6).
7 is het getal van de volheid: er zijn 7 dagen in een week, de 7 gemeenten staan voor alle christenen. Zo typeren de 7 geesten de Heilige Geest, zie ook Jesaja 11:2.
Opvallend is dat veel gedeelten uit de verzen 4-20 van dit hoofdstuk terugkomen in de aanheffen van de brieven aan de 7 gemeenten, zoals beschreven in de hoofdstukken 2 en 3.
Daarom wordt dit schiftgedeelte hieronder helemaal weergegeven. De desbetreffende gedeelten worden gekleurd weergegeven:
De openbaring bevat profetie (vers 3).
Johannes was in ballingschap op het eiland Patmos (vers 9), toen hij deze visioenen kreeg.
Daar kwam hij in geestvervoering op de dag van de Heer, dat is de periode van oordelen over de aarde (Jesaja 13:6,
Joël 2:11).
Jezus noemt zichzelf de eerste en de laatste. Dat is dezelfde unieke titel, die God zichzelf geeft in Jesaja 44:6. Daarmee geeft Jezus aan dat Hij dezelfde God is als de Vader is.
Hetzelfde geldt voor de titel de alfa en de omega. Deze wordt in Openbaring 1:8 aan God gegeven en in
Openbaring 22:13 aan Jezus.
Dat bewijst opnieuw dat Jezus God is. Voor meer bewijzen, zie jhwh.pdf.
De brief is geschreven aan de engelen van de 7 gemeenten. Het Griekse woord
|
3 Zalig hij die leest en zij die de woorden van de profetie horen en die bewaren wat daarin geschreven staat; want de tijd is nabij.
4 Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven Geesten die voor zijn troon zijn,
5 en van Jezus Christus, de trouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de overste van de koningen van de aarde. Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft verlost door zijn bloed,
6 en ons gemaakt heeft tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid! Amen.
7 Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen. Ja, Amen.
8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.
9 ¶ Ik, Johannes, uw broeder en mededeelgenoot in de verdrukking en het koninkrijk en de volharding in Jezus, kwam op het eiland dat Patmos heet, om het woord van God en het getuigenis van Jezus.
10 Ik kwam in de Geest op de dag van de Heer, en ik hoorde achter mij een luide stem als van een bazuin,
11 die zei: Wat u ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten:
naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus,
naar Thyatira, naar Sardis,
naar Filadelfia en naar Laodicea.
12 En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij sprak en toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaars; 13 en in het midden van de kandelaars iemand, de Zoon des mensen gelijk, bekleed met een gewaad tot de voeten en aan de borst omgord met een gouden gordel, 14 en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam 15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren. 16 En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.
17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste, 18 en de levende; en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid, en Ik heb de sleutels van de dood en de hades. 19 Schrijf dan wat u hebt gezien en wat is en wat hierna zal gebeuren. 20 De verborgenheid van de zeven sterren die u hebt gezien op mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaars: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaars zijn de zeven gemeenten.
Hier staan de 7 aanheffen, zodat goed te zien is welke gedeelten van Openbaring 1 daar in voorkomen:
2:1 Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt,
die in het midden van de zeven gouden kandelaars wandelt:
2:8 En schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de eerste en de laatste,
die dood geweest is en weer levend geworden:
2:12 En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus:
Dit zegt Hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft:
2:18 En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God,
die zijn ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten aan blinkend koper gelijk:
3:1 En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis: Dit zegt Hij die de zeven Geesten van God
en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat u de naam hebt dat u leeft, en u bent dood.
3:7 En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:
Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten, en die sluit en niemand opent:
3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping van God: